VOG

Sporten is heerlijk maar houdt het wel leuk

Sporten is heerlijk! Je kunt er al je energie in kwijt. Het is vaak spannend en gezellig en je voelt je er goed door. Maar soms gebeurt er iets waardoor de lol eraf gaat. Als je wordt lastiggevallen bijvoorbeeld. Als iemand steeds opmerkingen maakt waarvan je baalt. Grappen over je lijf. Of als iemand aan je zit, terwijl je dat niet wilt. Dat soort aandacht noemen we seksuele intimidatie. Het mag niet. Waarom niet? Omdat jij het niet wilt!

‘Hé, dat shirt zit mooi strak, zeg!’
‘Zo, jij ziet er lekker uit vandaag!’
‘Kan jij goed zoenen?’
‘Stevige billen heb jij in dat broekje!’

Stomme opmerkingen die misschien je ene oor in-, en je andere oor uitgaan. Maar ze kunnen ook in je hoofd blijven zitten. Je gaat je er dan rot door voelen. Soms gaat het verder dan alleen opmerkingen. Als een medesporter, je trainer of begeleider je bijvoorbeeld aanraakt op plaatsen waar dat echt niet nodig is. Of steeds toevallig komt binnenlopen als jij onder de douche staat of je omkleedt. Of je uitgebreid knuffelt en zoent als je een wedstrijd wint. Dan heb je geen lol meer in sporten en kom je misschien liever niet meer. En dat is natuurlijk niet de bedoeling. De bedoeling is dat die ander ophoudt jou lastig te vallen!

‘Hij bedoelt het gewoon aardig…’
‘Ik had ook de deur op slot moeten doen…’
‘Ik moet blij zijn dat hij mij wil trainen…’
‘Misschien is het wel normaal…’

Jíj bepaalt wat er mag! En zo zijn er nog wel honderd excuses te bedenken. Maar voor seksuele intimidatie ís geen excuus. Het is nooit jouw schuld. Als jij het niet wilt, is de ander altijd fout. Het gaat om jouw lijf, dus jíj bepaalt wat je oké vindt. Dat is niet voor iedereen hetzelfde. Jij bent de enige die weet wat je wel en niet goed vindt. En daar moet iedereen naar luisteren. Je teamgenoten, je coach, je trainer, iedereen. Als je wordt lastiggevallen, moet je sportvereniging daar iets aan doen. Daarom zijn er regels afgesproken met de trainers en begeleiders. Zij moeten zich daaraan houden. Die afspraken zijn er voor jouw veiligheid. Jij moet je veilig kunnen voelen en niet worden lastiggevallen op de club, of tijdens een trainingskamp. Het belangrijkste is dat er niets gebeurt dat jíj niet wilt.

‘Ze vinden vast dat ik me aanstel…’
‘Als ik iets zeg, schopt-ie me uit het team…’
‘Ik schaam me dood…’
‘Niemand zal me geloven…’

Je kunt er iets tegen doen! Als je wordt lastiggevallen op de sportclub vind je het misschien heel moeilijk om er iets van te zeggen. Toch is het belangrijk om dat wél te doen. Misschien heeft degene die jou lastigvalt niet eens door hoe vervelend het voor jou is. Als je dat zegt, dan zal hij waarschijnlijk ‘sorry’ zeggen, en het niet meer doen. Maar soms helpt praten niet, of ben je bang om voor jezelf op te komen. Blijf er niet over zwijgen! Zoek zo snel mogelijk iemand aan wie je het wél kan vertellen! Vertel het aan iemand die je vertrouwt. Je vader of je moeder bijvoorbeeld. Of een vriend of een vriendin. Of iemand op de club. Als iemand anders ook weet wat er gebeurt, kun je er samen iets aan doen.

Weet je niemand aan wie je het kunt vertellen of praat je er liever niet met een bekende over? Bel dan het Vertrouwenspunt Sport: nummer 0900-2025590. Of e-mail naar VertrouwenspuntSport@nocnsf.nl.

Je kunt dan in vertrouwen met iemand praten en advies krijgen over wat je kunt doen. Daarbij kun je ondersteuning krijgen van een speciale vertrouwenspersoon vanuit NOC*NSF. Dat is iemand die jou helpt om ervoor te zorgen dat je niet meer wordt lastiggevallen. Daaraan werk je dan samen. Deze vertrouwenspersoon doet alles in overleg met jou en doet niets wat jij zelf niet wilt. Deze hulp is gratis.